De doelgroep, wat moeten we er toch mee?

Het lijkt een voor de hand liggend onderwerp, maar soms wordt het maar al te gemakkelijk genegeerd. Als ik je zou vragen wie jouw afnemer is en je antwoordt iets van “iedereen met een hartslag”, lees dan gerust even verder.

Het is een begrijpelijke vorm van kortetermijndenken. Maar met die ene vogel in de hand kan je wel eens bedrogen uit komen. Als bedrijf doe je er goed aan om – in ieder geval tot op zekere hoogte – je klanten uit te kiezen. Het wagenwijd openzetten van je deuren is niet bepaald de manier om de niche op te zoeken waar jij zo enthousiast van wordt.

Ook al zou je product of dienst iedereen op aarde kunnen helpen, dan heb ik nieuws voor je: niet iedereen gaat het kopen. Raar? Nee hoor, want ik verwacht dat hele volksstammen het geen biet interesseert wat jij te bieden hebt. Of ze hebben er het geld niet voor (over).

Om er maar even een Sinekiaans gegeven tegenaan te gooien: waarom zit je eigenlijk in deze business? En wie hoop je ermee te helpen? Waarom is deze hulp nodig? Welk type klant zorgt ervoor dat jij iedere dag naar je werk komt?

Je bent het aan jezelf verplicht om exact deze mensen te vinden. Als we met nieuwe klanten praten vragen we dit soort vragen. Nog meer? Komt-ie:

Wie is je ideale publiek? Hoe zien ze er uit? Waar wonen ze? Hoe oud zijn ze? Waar winkelen en werken ze? Waar brengen ze hun vrije tijd door? Met welke tribes voelen ze zich verwant? En beschrijf dit vooral allemaal zo gedetailleerd mogelijk.

We vragen dit allemaal omdat het identificeren van de verzameling doelpersonen niet zo simpel is als de eenzijdige bepaling ‘vrijgezelle mannen’. Dat is veel te breed. Want als je alles voor iedereen wilt betekenen ben je uiteindelijk niets voor niemand. Welke methode je ook kiest (ijkpersoon of archetype), versmal je beschrijving en je zult zien dat je heel veel kan leren van je ideale klant. Dan weet je hoe je ‘m kunt vinden, hoe je met ‘m moet praten en hoe je het beste aan z’n verwachtingen tegemoet komt.

Mijn probleem met ‘passie’

Ieder identity-vraagstuk begint zo’n beetje met de zoektocht naar kernwaarden. We hebben daar slimme maniertjes voor. Eenvoudige, compacte methodieken waarbij we samen met de klant op zoek gaan naar woorden die de klantorganisatie of het merk zo goed mogelijk beschrijven. Maar er is één woord dat altijd op de shortlist verschijnt:

‘Passie’.

Waarschijnlijk met een goede reden. Het is best een sterk woord. In de meeste gevallen beschrijft het daadwerkelijk onze klanten. Ze zijn gepassioneerd genoeg om bij een goede communicatie-adviseur aan te kloppen, gepassioneerd genoeg om in hun merk te investeren en ze waren in ieder geval ooit gepassioneerd genoeg om een bedrijf te starten.

Gepassioneerd was ik ooit ook. En ook al geef ik misschien de indruk dat ik dat nog steeds ben, ik zal hier en nu bekennen: ik ben het niet. Ik hou het bij 90 procent van de tijd. Misschien 85. Ik bedoel 80. Ik ben de fanatieke sporter die vanavond vergat naar de sportschool te gaan, maar toen ik erachter kwam dat ik het vergeten was, nog steeds niet ging. Ik ben de geheelonthouder die zojuist nog een borrel dronk. Of drie.

Om de haverklap slingeren positiviteitsgoeroes “volg je passie!” naar je hoofd, maar waar ik passie voor voel verandert om de vijf minuten. Ik word horendol als ik altijd mijn passies zou moeten volgen.

Het echte probleem met passie is niet dat het een zwak woord is of dat het niets waardevols communiceert. Het probleem met passie is dat het helemaal niet zo’n statement zou hoeven zijn. Passie is de liefde die je voelt voor hetgeen je doet. Passie betekent dat je je ding doet met goed ontwikkeld enthousiasme. Dat betekent helaas nog niet dat je ergens goed in bent. Of ooit zult zijn. Je kunt ergens gepassioneerd over zijn, maar dat betekent nog niet dat het goed voor jou is. Of voor anderen. Normaal gesproken zorgt passie an sich dan ook niet voor brood op de plank.

Passie heeft in communicatie zo’n beetje dezelfde status als ‘uniek’, ook al zo’n non-descriptor. Een te vaak gebruikt containerbegrip dat z’n glans heeft verloren. Uiteindelijk zouden ondernemers, leiders en bedrijfseigenaren sowieso gepassioneerd moeten zijn. De meesten zijn dat gelukkig ook. Maar als iedereen het is is het geen onderscheidende eigenschap meer.

Demonstreer je passie in ieder aspect van je werk. Als je dat goed doet dan is het niet nodig er een statement van te maken. En voor de rest: reserveer wat passie voor in de slaapkamer, want daar hoort het pas écht thuis.