Laat die bestanden los

“Mijn klant vraagt mijn bestanden op. Wat moet ik doen?” Bezoek een willekeurig design-forum en je vindt allerlei variaties op deze vraag. Een gebruikelijke reactie is “Doe het niet. Het zijn je werkbestanden, geen deliverables.” Er is een goede reden voor deze mening en die is in sommige gevallen nog steeds logisch. Maar steeds vaker blijkt het een ouderwetse manier van denken die je alleen maar zal frustreren.

 

Morele en Economische Rechten voor Beginners

De bron van dit issue komt voort uit morele en economische rechten. Laten we zeggen dat ik jou betaal om voor mij iets te schilderen. Als het doek klaar is mag ik het aan de muur hangen. Als ik besluit er prints van te maken en de opbrengst voor mezelf te houden ben ik een lul. Daarnaast heb ik je economische rechten geschonden.

Stap verder: als ik jouw naam van het doek kras en die van mij eronder zet dan ben ik een dubbele lul. Daarnaast heb ik je morele rechten geschonden.

Ik ben geen advocaat dus mijn opsomming hier is simplistisch en zeker niet compleet, maar ik denk dat je snapt waar ik naartoe wil: de rechten van kunstenaars moeten wel degelijk worden beschermd.

Dit soort rechten worden gelukkig niet vaak met opzet geschonden maar uit onbegrip. De meeste mensen stelen geen zaken die ze kunnen vasthouden. Maar ze kunnen minder tastbare zaken zomaar over het hoofd zien. Zo zullen sommigen van ons niet begrijpen dat het kopen van een DVD ons het recht geeft de film te bekijken, maar dat het niet de bedoeling is dat we er kopieën van maken en verkopen.

 

Dit is geen kunst

Even on-topic, de klant die je bestanden wil. Dit kan een grijs gebied zijn maar dat hoeft het wat mij betreft niet te zijn. Stel jezelf de vraag of je een kunstenaar of een designer bent. Ben je kunstenaar (m.a.w. je creëert en produceert uniek en grotendeels origineel werk in je eigen ontwikkelde stijl) dan zou je je rechten goed in de gaten moeten houden. Koop een goed handboek over de rechten binnen je sector of praat eens met een jurist. De kennis die je opdoet zou zomaar onnodige conflicten kunnen voorkomen.

Ben je designer (m.a.w. je draagt design-oplossingen aan en helpt anderen ze te implementeren) dan zou je een simpeler pad kunnen kiezen. Eerlijk gezegd zetten sommigen van ons de betekenis van ons werk veel dikker aan dan nodig. Een hardnekkig probleem onder ontwerpers die last hebben van bijziendheid als het gaat om hun bezigheden. Feit is, die UI-bestanden die je hebt gemaakt in Photoshop zijn geen kunst, hoe goed ze ook zijn. Ook dat logo wat je in Illustrator hebt zitten componeren (met andermans fonts, in andermans software) is geen kunst, ook al is het helemaal te gek. En die ontwikkelde design-visie waar je mee geholpen hebt? Nou die is al helemaal niet van jou.

Design neigt naar collaboratief werk, ook al breng jij het allemaal samen. En dat iteratieve waar designers je mee om te oren slaan, dat is hier ook van toepassing. Een visuele identiteit is een systeem dat in de loop der tijd verandert. Evolueert. Marketing managers die komen en gaan passen het aan. Andere designers verfijnen het weer verder. Dit type werk is zelden in één vaste vorm gegoten zoals een illustratie of schilderij dat wel is.

Ik wil hier niet doen alsof ik een of andere specialist in intellectueel eigendom ben. Ik wil dit kwijt om onnodige hoofdpijn te helpen voorkomen. Zo heb ik een keer een klant geholpen die geen fotografie-budget had. We hielpen hem door een paar beelden te laten schieten zodat we vooruit konden. Later gingen ze naar een ander bureau die de auteursrechten claimden over de foto’s die wij hadden gemaakt en bekostigd. Raar natuurlijk en ik maakte me er behoorlijk boos over. Maar zoals in mijn beginjaren wel vaker het geval was besteedde ik aandacht aan de verkeerde dingen.

De foto’s hadden me worst moeten zijn (zo goed waren ze nou ook weer niet). In plaats daarvan had ik me moeten afvragen wat echt belangrijk was. Heeft de claim op die beelden mijn leven veranderd? Maakte het echt wat uit dat de beelden gebruikt werden zonder te vragen? Zou een hoop stampij maken iets goeds hebben gebracht? Nee, nee en nee.

Natuurlijk baal je ervan als iemand dit soort fratsen uithaalt en als je net begint lijken deze dingen belangrijk. Na verloop van tijd realiseer je je dat ze helemaal niet zo belangrijk zijn. Voor de meeste ontwerpers is het belangrijk stabiel, interessant en winstgevend werk te vinden voor klanten die je leuk vindt. Als dat lukt is wat er met een bestand gebeurt niet zo heel relevant meer.

Sommigen krijgen spontane nekkramp als ze dit lezen. Ze zullen zeggen dat werkbestanden in het exclusieve bezit moeten blijven van de ontwerper en dat dit de ontwerper in kwestie de nodige onderhandelingspositie geeft. Ik heb dit talloze malen gehoord en ik zeg bullshit.

 

Je bent groter dan de som van je bestanden

Op het moment dat jij je creatie het allergrootste belang meegeeft verlaag je de waarde van je mening. Erger nog, je wakkert bij je klant angst aan en creëert twee kampen. Jij klant, ik kunstenaar. Dat is nogal wat voorbehoud, alleen maar om een bestand te beschermen.

Je bent geen kunstenaar. Je bent een bondgenoot. Een partner wiens waarde ligt in kennis en advies, in meer dan wat je allemaal bedenkt en maakt. Dat logo? Ziet er natuurlijk prachtig uit maar honderdduizend andere designers kunnen iets bedenken wat net zo effectief is. Wat jou zo goed maakt is jouw kennis en je unieke inzichten in de materie en situatie van je klant.

Die klant moet gemakkelijk de telefoon kunnen pakken, je nummer draaien en weten dat jullie aan dezelfde kant staan. Natuurlijk moet je eerlijk betaald worden. Zo lang je voldoende gecompenseerd wordt stel je alles in het belang van je klant. Deze mindset is cruciaal. Je kunt niet een obstakel vormen. Je kunt je klant en een betere oplossing niet in de weg staan. Als je ‘de beste service’ niet aankan, voor jou zijn er legio alternatieven. En als de klant de bestanden bij je opvraagt, geef ‘m dan die fokking bestanden. Wie denk je wel wie je bent? Vincent van Gogh? Neen, je hebt gewoon je werk zoals ik en de rest van de wereld. Er is geen reden er zo belangrijk over te doen. Relax.

Ben je al wat meer ontspannen? Je zult zien dat je meer respect krijgt omdat je niet zeikt over trivialiteiten. En het belangrijkste: je geeft je klant macht en keuze.

Mijn vriendin en ik zijn niet bij elkaar omdat we een huis, kinderen en een samenlevingscontract hebben. We zijn bij elkaar omdat het wederzijds voordeel oplevert (gezien de hoeveelheid scheten die ik ’s nachts laat ben ik verbaasd over de keuze die ze nog steeds maakt).

Ik adviseer je een soortgelijke verbond met je klanten na te streven. Maak jezelf zo nuttig dat ze je niet willen verliezen. Dit gebeurt niet als je hun bestanden gijzelt. Het gebeurt als ze beseffen dat jij er altijd voor ze zult zijn.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Voor wie werk jij eigenlijk?

Voor wie werk je? Voor je bedrijf? Je baas? Jezelf?

Of werk je voor je klant?

Hoe je deze vraag beantwoordt bepaalt voor altijd het perspectief op het werk dat je doet. En wie je nou eigenlijk bedient. Normaliter beantwoorden we de vraag “Voor wie werk jij?” met de naam van je bedrijf. Of we zeggen, “Ik heb m’n eigen bedrijf, dus ik werk voor mezelf.”

Maar als we met die vierde optie geconfronteerd worden voelen we ons een beetje schuldig, krabbelen we terug en bekennen we dat we er toch echt zijn voor de klant. We dachten even niet na. Natúúrlijk werken we voor de klant.

Ook al lijkt het een strikvraag, er bestaat geen fout antwoord. Werknemers werken voor de baas. Eigenaren werken in het belang van hun bedrijf. Dat is hoe het is. Het is de realiteit. En het belangrijkste: het is balans.

Voor wie je het ook doet, beste schoenmaker, blijf bij je leest. Probeer de verleiding te weerstaan andermans werk te doen, want het keert zich tegen je. Er zijn ontelbare interessante paden die je kunt bewandelen, maar sommige daarvan zijn gewoon niet de jouwe. Afgeleid worden door alle mogelijkheden zal je vertragen en zal je alleen maar frustreren. Heb je nog geen Cannes Lion, Effie of Gouden Loekie gewonnen? Who gives a shit. Kun je je geen glimmende Porsche veroorloven? Fantastisch, bespaar je mooi op de onderhoudskosten. Heb je niet zo’n snelle Mac als je vrienden? Gebruik een potlood. Als je interessant werk wil doen – voor je baas, voor jezelf of voor je klant – concentreer je dan op wat jíj aan het doen bent. Niet op wat iemand anders aan het doen is.

Je klanten zouden altijd een prioriteit moeten zijn, maar ze kunnen niet de énige prioriteit zijn. Koester deze tegenstelling. Het houdt het systeem draaiende.

 

Fotocredits: p98a.com

Bewaren

Bewaren

Zeg eens Ja

Laten we het eens hebben over Nee. Nee is de gemakkelijke reactie, die zijn nut dubbel en dwars bewezen heeft. Nee bespaart je tijd, halveert je werkdruk en helpt je mentale energiereserve op peil te houden voor belangrijkere zaken. Nee is vaak directe winst, zeker voor als je al op je tandvlees loopt. De meesten van ons verdrinken in keuze. Daarom zoeken we naar manieren om ruis in ons leven te verminderen.

Nee heeft ook tekortkomingen. Misschien wel de grootste is dat het de neiging heeft ieder initiatief vroegtijdig de nek om te draaien. Ik ontmoet mensen die hun standaardinstelling op Nee hebben staan en hun leven wordt er bepaald niet minder bleek van.

Ja is anders. Ja is uitdagend, al is het omdat het zomaar kan uitdraaien op iets wat je niet wil. Maar misschien ben je helemaal niet zo goed in het bepalen wat je wil. Een fietstochtje in de regen zou wel eens hartstikke leuk uit kunnen pakken. Oesters zouden best lekker kunnen smaken en een opera is misschien meer dan balkende dames. Of misschien niet, maar als het wél balkende dames zijn zeg je de volgende keer gewoon Nee en dan mis je daarna niks. Ja zeggen verlaagt weerstand en ontwapent de mensen om je heen. Ja heeft het zelfs in zich je persoonlijkheid te veranderen. Ja verandert je van ‘die gast die overal Nee tegen zegt’ in ‘die gast die overal voor in is’.

Ik leid een druk leven met soms wat teveel hooi op de vork en dat leidt links en rechts tot wat klachten en spanningen. Om af en toe op adem te komen moet ik wel eens Nee verkopen. Misschien heb ik te vaak Nee gezegd tegen mensen die Ja verdienen, maar sinds kort werk ik aan het veranderen van die gewoonte. Omdat ik nieuwsgierig ben naar waar Ja toe leidt.

Ik zeg tegenwoordig ook veel vaker Ja tegen klanten, vaker dan ooit. Als correctieverzoeken in m’n inbox belanden zeg ik Ja. Want weet je, als een klant een concept of design beoordeelt is een lijst met revisies zo goed als onvermijdelijk. We weten dat weerstand zinloos is, maar van nature is onze houding op dergelijke lijstjes defensief. We hebben immers naar beste vermogen iets bedacht wat het klantvraagstuk zou moeten oplossen. Worden we gedwongen iets te veranderen wat volgens ons goed is, dan raken we geïntimideerd. Als conceptontwikkelaars en designers maken we ons nou eenmaal zorgen over het breken van een idee of ontwerp.

Om emoties op zulke momenten te temmen dwing ik mezelf tot een piepklein systematiekje. Ik neem de lijst correcties en splits het op in verschillende categorieën en zeg in eerste instantie Ja tegen alles. Ook tegen de vreemde suggesties (en geloof me – ik heb de nodige shit voorbij zien komen), want wie weet, misschien pakken de veranderingen wel goed uit. Dan ga ik terug naar de lijst en identificeer de punten die het ontwerp duidelijk verzwakken (bijv. het gebruik van ondermaats beeldmateriaal, het toepassen van een verkeerde druktechniek of het bouwen van een verwarrende site-navigatie). Dan benoem ik de obstakels, leg uit waarom ze me zorgen baren en wat onze opties zijn. Deze aanpak verschuift alle aandacht direct naar de issues die het meest belangrijk zijn.

Ik zeg Nee tegen mijn kinderen, meer dan wie dan ook. Gedeeltelijk doe ik dat omdat hun ideeën soms stom, of in een enkel geval potentieel dodelijk zijn. “Hey pap – kijk eens hoe ik deze zak over mijn hoofd trek!” Maar er zijn ook veel vragen waarvoor ik gewoon te moe of te lui ben om Ja tegen te zeggen. Er komt een moment dat ze erachter komen dat er boeiendere manieren zijn om hun tijd te besteden dan met hun saaie vader (die altijd Nee zei), dus ik bedenk de laatste tijd steeds vaker: “wat is het ergste dat kan gebeuren als ik Ja zeg?” Daarom sta ik tegenwoordig ook thuis steeds vaker in de Ja-stand. Ik zeg vaker Ja tegen mijn hardloopschoenen. Ik zeg ja tegen mijn puberzoon, die op dit moment even helemaal niks kan met Nee. Misschien zeg ik binnenkort wel Ja tegen rooibosthee en Nee tegen suiker.

Nee is niet onlosmakelijk verbonden met slecht. Leren Nee te zeggen is een lonende vaardigheid, vooral als je moeite hebt met tijd voor jezelf te vinden. Ik zeg niet dat ik overal maar Ja tegen ga zeggen, maar ik ga stoppen met Nee als de vanzelfsprekende reactie. Nee bewaar ik voor tele-marketeers, nepkerstbomen en mensen die ik nauwelijks ken maar toch vinden dat ze recht hebben op mijn tijd. Maar voor mijn meissie, mijn kinderen, mijn ouders en mijn vrienden ga ik mijn stinkende best doen vaker Ja te zeggen.

Een fantastisch 2015 allemaal.

 

Fotocredits: trend-chaser.com

Bewaren